Jozef Moerenhout, geboren als Joseph-Joducus Moerenhout op 3 mei 1801 in Ekeren en overleden op 11 juni 1875 in Antwerpen, was een Belgische kunstschilder. Zijn vader, Petrus Moerenhout, werkte als bakker en winkelier, terwijl zijn moeder, Johanna Jacobs, afkomstig was uit Hoogerheide bij Bergen-op-Zoom. Een van zijn broers, Jacques-Antoine Moerenhout, werd bekend als ontdekkingsreiziger, koopman en diplomaat.

Jozef Moerenhout begon zijn loopbaan kort in de handel, maar zijn passie voor de kunst leidde hem al snel naar de Antwerpse schilder Hendrik Van der Poorten, die gespecialiseerd was in het schilderen van dieren. Moerenhout besloot om dit genre ook als zijn eigen specialisatie te omarmen. Hij studeerde van 1817 tot 1820 aan de Kunstacademie van Antwerpen en breidde zijn vaardigheden verder uit in Parijs, waar hij les kreeg van de beroemde schilder Horace Vernet.

In de jaren 1824 en 1825 woonde Moerenhout in Den Haag, waarna hij terugkeerde naar Antwerpen. Vanaf 1831 tot 1853 vestigde hij zich opnieuw in Den Haag waar hij onder anderen schilderijen van F.H.C. Drieling, J.H.Louis Meijer, Ch. Leickert, en Andreas Schelfhout stoffeerden. Enkele hiervan werden geëxposeerd in de tentoonstellingen van Levende Meesters.

Na 1853 keerde Moerenhout terug naar Antwerpen. Tijdens zijn tijd in Antwerpen woonde hij onder andere aan de rue Basse 29 (rond 1863) en rue Gommaire 33 (rond 1866). Waarna hij in 1875 te Antwerpen overleed.